Totaal aantal pageviews

woensdag 29 december 2010

Richting school C.

Sjakoo kon ook door de Westwijkstraat naar school. Via het achterom van de Leliestraat kwam Sjakoo zowat uit bij het kruispunt met de Bloemstraat. In de Westwijkstraat waren nog enkele stadsboerderijen. Bij een ervan kocht Sjakoo's vader altijd zijn klompen. Je had onderweg nog de melkhandel van Zwolle. Sjakoo's vader was bevriend met Luppie. Verderop was de bakkerij van Boxum en de christelijke school. In eigen haard zat de schoenmaker Rinke de Vries. Tegenover deze De Vries had je het snoepwinkeltje van Skute. Daar kon je dropkoppen en losse sigaretten kopen. Achter het rijtje huisjes waarvan het winkeltje er een was, liep langs de gracht nog een onderpad. Tegenover de school was ook nog een rijtje huisjes. Een vrachtauto reed op een kwade dag de hele zijkant van het hoekhuis af. Op de tegenoverliggende hoek met de Onnastraat was een schildersbedrijf gevestigd.

dinsdag 28 december 2010

Paasweide, 2

Op de Paasweide werden eind jaren vijftig, begin jaren zestig de Acaciastraat en de Lijsterbesstraat aangelegd en de Bloemstraat werd doorgetrokken. Tussen de beide nieuwe straten in was een trapveldje waar Sjakoo heel wat af heeft gevoetbald. Aan het nieuwe stuk van de Bloemstraat woonde  de Indische familie Pietersen. (Ook hier werd door buurtkinderen vaak kindertelevisie gekeken.) De oudste dochters Erna en Nora waren heel aantrekkelijk. Bij Sjakoo's weten heeft een van hen met de kapper Karel Snijder een relatie gehad. In de Acaciastraat woonde een andere Indische familie: Renoult. Met oudste zoon Rob is Sjakoo later nog een tijd bevriend geweest (ze woonden toen aan de Paul Krugerstraat). Aan de Lijsterbesstraat verrees de Julianaschool. Deze mulo is door Sjakoo met succes afgerond. Het gebouw is ondertussen een heel complex geworden, want de de hbs maakt er nu ook deel van uit.

vrijdag 24 december 2010

Paasweide

Te beginnen bij de boerderij van Mens liep een paadje langs de Paasweide het land in. Aan dat pad lagen nog de boerderij van ome Jan en tante Geesie (waar veel kinderen op woensdag- of zaterdagmiddag kindertelevisie kwamen kijken of gewoon na school wat rondhingen), de boerderij van Van Kampen (de Klaampe) en de veranda van Kuiper. Daar was een hek. Achter dat hek begon het weiland (het derde land). Verderop was de entepoele, waar de Watergoot in uitliep. Bij de Klaampe moest Sjakoo wel eens aardappelen halen. Gert Kuiper voetbalde net als Sjakoo later bij Olde Veste. (een tijdje in hetzelfde team in de B- of A-junioren). De Klaampe kwam Sjakoo jaren later regelmatig tegen in cafe Wachter (de Toeje) aan de Meppelerweg, als hij daar op vrijdagavond wel ging biljarten met een kameraad (daar was nog een dubbeltjesmeter). Samen met andere stille drinkers (waaronder Josef Wattimena) werd er dan gekaart. (Sjakoo's grootvader hielp voor de oorlog op feest- en hoogtijdagen wel met oberen bij de Toeje).

                                                               Boerderij van Van Kampen

vrijdag 17 december 2010

Stadsrecht

In de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag bevindt zich een handschrift (75 K 25) dat het stadrecht van Steenwijk bevat over de periode 1609 - 1777. Het is op 9 april 1772 opgeschreven door J. van Riemsdijk. Het maakt onderdeel uit van de in 1877 verworven collectie De Wal. De band is halfleer en heeft 75 folia in octavo.

woensdag 15 december 2010

Cowboy Henk

Iemand wiens echte naam ik niet eens weet, maar die door het leven ging als Rafles, of ook wel als de Cowboy, heeft die laatste bijnaam vermoedelijk gekregen dankzij een schietincident. Hij had zijn hand onder water gehouden en beweerd dat een kogel uit een pistool op het water zou afketsen of door het contact met het water afwijken van zijn baan of iets dergelijks. Hij schoot in ieder geval met een pistool door zijn eigen hand (om zijn ongelijk te bewijzen).

vrijdag 10 december 2010

Hoomoedt

Sjakoo’s moeder was bevriend met Antje Hoomoedt, Sjakoo’s vader met Dolf Hoomoedt. De laatste was de gehandicapte man in de kiosk aan de Gasthuispoort. Dolf was lid van een damclub en kon na een tijd nog maar uiterst moeilijk een schijf verzetten. De dritte im Bunde was Mini, ook wel gekke Mini genoemd. Deze was eenzijdig begaafd (ze haalde b.v. wel het lidmaatschapsgeld van de NCRV-gids op). Uiteindelijk belandde ze in een gezinsvervangend tehuis.

woensdag 8 december 2010

Even aanleggen in 1783

Volkert van der Plaats (1746-1806), uitgever en boekverkoper in Harlingen, maakte in de zomer van 1783 een reisje door Friesland, Drenthe en Groningen. Hij was in goed gezelschap van zijn echtgenote Anna Toussaint (1748-1803) en nog drie andere echtparen uit Harlingen: burgemeester Syds Hendriks Schaaf en zijn vrouw Trijntje Winia, med dr Gajus Andreae en diens vrouw Catharina Gratama, en notaris Augustus Robertus van Dalsen en diens vrouw Dieuwke Pesma. Men reisde in twee ‘toewagens’ en bekeek onderweg allerlei bezienswaardigheden, zoals de graftombe van Menno van Coehoorn in Wijckel, kerkinterieurs, tuinen van buitenplaatsen, dorpen, steden. Onderweg sliep men in logementen en herbergen, waar de slaaplaatsen niet altijd de goedkeuring van de dames konden wegdragen.

1783:
Vrijdag: Wij bevonden ons nu bijna op de scheiding van Friesland en na ingenomen berigten was t best, om onse nagtrust te nemen op Westerbecksloot [=Westerbeeksloot] waar na toe wij ons dan begaven ruim 6 uur langs een weg die meestal regt uitliep, bij een gegraven vaart, en aangelegd door de Hr Heloma. Quartier voor 7 bevonden wij ons aldaar, zijnde een herberg met een tuin daar agter, staande alleen en eenzaam, het Heerenlogement genaamd, of in ’t wapen van Drenthe. Het huis geeft een fraaij aanzien, dan wij kwamen daar te onpas, men konde zo veel slaapplaatzen als er nodig waren niet geven, en van eten was men niet voorsien, zo dat wij na overleg genomen te hebben besloten nog vandaar te vertrekken, te meer toen wij hoorden dat men in ¾ uur te Steenwijk konde komen, en in 1 ¼ uur te Meppelt. Wij kozen de naaste plaats, dog door belet van hooijwagens die ons ontmoeten, en door de smalle weg op hielden, kwamen wij te 9 uur dien avond aan te Steenwijk. De poort die wij inreden wierd wel netjes gerepareerd en vernieuwd. Wij vonden de stad florissanter als voorheen, het was er nu tamelijk levendig van menschen. In ’t logement het Posthuis wierden wij vriendelijk ontfangen en men had slaapplaatzen genoeg dan zij wierden alle niet even goedgekeurd, de avondmaaltijd die voor ons nog gereed gemaakt wierd, kond ook nog wel passeeren.

Saturdagmorgens tegen 8 uur van Steenwijk, na Meppel is 1 ½ uur ruim rijdens. Op deze weg die op zommige plaatzen niet onvermakelijk is, moet men een gids hebben. Het is bijna niet mogelijk, al vraagt men nog zoo naukeurig, den weg te vinden. Want bij voorbeeld als ons gezegd was de regterhand om te slaan, moeste het zijn de linker, denkelijk dat men meende des vragers hand, en niet des antwoorders.

vrijdag 3 december 2010

Rooie Dorp, 16

De Leliestraat bestond uit twee delen. In het achterompad van de huizen aan de Korte Leliestraat liep een afwateringsgoot, waardoor ik dat deel altijd een beetje smoezelig vond. In dat deel woonde ook Ale de Zeeman die de kinderen uit de buurt wel pruimtabak liet halen onder het mom dat het voor haar man was.
In het andere stuk van de Leliestraat liep zo'n goot dwars door de tuinen. De tuinen van het blok werden van de straat afgescheiden met een muur. Hier en daar waren verhogingen in de muur, die later zijn weggehaald, waar vermoedelijk ooit een houten raamwerk tussen heeft gezeten. Voor het pad achterom moet aan die zijkanten ooit een poortdeur hebben gezeten. In het deel van onze achtertuin tot aan de goot stond een grote rododendron en in het gedeelte na de goot een perzikenboom (later een bloemenstruik). Het aangezicht van de tuin veranderde toen ik op de Paasweide wilde aardbeien vond en die meenam naar huis.

donderdag 2 december 2010

Rooie Dorp, 15

Wanneer je door de voordeur (bij mijn weten hadden we geen bel) kwam (iedereen kwam overigens achterom) kon je meteen rechts de trap omhoog nemen. Daar weer meteen rechts zat de energiemeter die op munten liep! Via een met roedes vastgezette traploper (kom daar nog eens om) bereikte je de bovenverdieping. Daar waren drie slaapkamer. De grote ouderslaapkamer aan de straatkant, voorzien van een koekoek, had een bergruimte boven de trap; de kinderslaapkamers aan de tuinkant hadden slechts een klein dakvenster. Er was boven geen verwarming en er was geen badkamer. Het toilet was, zoals gezegd, naar buiten. Op een der kleinere slaapkamers was het schuine gedeelte afgeschut als bergruimte. Er was geen zolder, de vliering was niet betrouwbaar.

Zilversmeden In Steenwijk


1. Luetgen Goltsmitz
Overleden voor 1560.
2. Christiaan Doore (of Doorn)
3. Johan Arends
4. Harmen Jansz.
5. Taeckele Mensch
6. Gerbrant Boncke.
7. Jannes Hoogland  
8. Laurens Otterbos
9. Nicolaas Adolph Benthem
10. Gerben Piers Vogelzang    
11. Jacobus Verschuyl
12. A.L. Reiners
13. Johan Christiaan Frederik Proger.
14. Hendrik Prins I   
15. Albert Stuart I     Zilversmid 10-11-1765-1842   
16. Dirk Dikkerboom     
17.Gerard Archibald Stuart     gedoopt op 29-04-1716, overleden op 20-12-1785 op 69-jarige leeftijd.
Gehuwd voor de kerk op 40-jarige leeftijd op 04-07-1756 te Steenwijk met Aaltjen BLOEMEN, 26 jaar oud, geboren op 12-01-1730, overleden op 30-01-1777
18. Hendrik Prins II
19. Nicolaas Alexander Stuart   zilversmid, geboren op
18-10-1801 te Steenwijk, overleden op 20-09-1832 te Steenwijk op 30-jarige leeftijd.
20. Meinardus Bijkamp ,Meine Meinen
Geboren 16-10-1808 overleden 1898
22. Jan Meine Bijkamp
Geboren 21-3-1846 overleden 18-08-1903
23. Albert Stuart II    zilversmid, geboren op 09-03-1830 te Steenwijk, overleden op 14-09-1880 te Assen op 50-jarige leeftijd.
24. Johannes Steltman  
25. A. Beertje Rijkmans, weduwe Johannes Steltman  
26. Hendrik Meinardus van Sleen
27. Jan Meine Bijkamp  
Geboren 21 maart 1846 overleden  18 augustus 1903.
27. Andries Rienks Steltman.
Geboren 1830 overeleden 1866.
28. Lubbertus Steltman
Geboren te Steenwijk in 1844  en overleden 11 juli 1910
29. Harmen Steltman
Geboren 20 november 1851  overleden 7 mei 1912.

Werk van Bijkamp

dinsdag 30 november 2010

Rooie Dorp, 14

Ons huis had een woonkamer en een voorkamer. In die voorkamer was geen verwarming. Als het koud werd, gingen de tussendeuren tussen woon- en voorkamer dicht en werd de voorkamer nauwelijks nog gebruikt. Het was meer de 'nette' ontvangstkamer. In de woonkamer stond een soort potkachel die door middel van een lange pijp met de schoorsteen was verbonden. In mijn herinnering stond er altijd een rekje met drogend wasgoed omheen. 's Avonds was het de kunst de kachel niet uit te laten gaan, zodat mijn vader, die als eerste opstond, de kachel voor de rest makkelijker kon aanmaken. Kolen waren in het 'schuurtje': deel van een lage aanbouw aan het huis waarin ook de keuken en de wc te vinden waren. Om kolen te scheppen moest je eerst naar buiten. Verrassend genoeg gold dat ook voor het toilet: je moest eerst de keukendeur uit om het toilet in te kunnen. Dat toilet was voorzien van een tonnetje. Eens per week kwamen enge mannen deze tonnen wisselen met hun boldootkar. In de keuken was het over het algemeen lekker warm: er werd gekookt en er werden gerechten op petroleumstellen warm gehouden. Wel moesten de leidingen 's winters goed worden ingepakt tegen bevriezing door de vorst. Ooit had er een grote oven gestaan, maar de schouw werd gebruikt voor andere dingen. De tobbe, waar we een keer in de week in moesten, werd ook in de keuken klaar gezet. Mijn moeder kookte er ook de was in grote teilen op het gasfornuis. Het kolenschuurtje herbergde ook de fietsen en het gereedschap. In de woonkamer was een trap naar de kelder. Daar werden bij gebrek aan een koelkast etenswaren goed gehouden, stonden ingemaakte en geweckte spullen en werden de aardappelen opgeslagen.

maandag 29 november 2010

Rooie Dorp; 13: venters

In de vijftiger en zestiger jaren kwamen verscheidene middenstanders met hun produkten in de straat en/of aan huis. Daar was b.v. de groenteboer (ome Toon), de bakker met een handkar (Hetebrij, de man van Ten Berge), de melkboer (ik moest wel met een steelpannetje een mengel of een oort melk halen) die aparte afdelingen in zijn tank had voor pap en vla, de eierboer (Van der Lende), de aardappelboer, de kolenman, de petroleumventer en zelfs iemand die mooi wit zand verkocht om na het schrobben in te strooien. En dan heb ik het nog niet over straatmuzikanten als 'Mozart'.
Verder kwamen allerlei onverdachte types achterom om geld op te halen; zoals Bierman voor de huur. Deze had een stijve middelvinger vanwege fijt.

vrijdag 26 november 2010

Rooie Dorp, 12: Winters.

Op de hoek van de Tulpstraat en de Westwijkstraat woonde aan de ene kant het gezin van Lange Jante (nog verre familie) en aan de andere de familie Winters. Zoon Piet was ongeveer van Sjakoo's leeftijd. De zus van Sjakoo was wel bevriend met Boeli (later getrouwd met Hans en op een gegeven ogenblik woonachtig aan de Paul Krugerstraat boven een oom van Sjakoo). Het meest intrigerende aan de familie was het bordje 'prive-detective' bij de voordeur. Dat sloeg op een oudere broer van Piedewietski.

donderdag 25 november 2010

Rooie Dorp 11: Jansen

Sjakoo was af en toe kameraad met Arnold Jansen. Deze woonde toentertijd in de Irisstraat. Arnold had drie broers: Wim (pianostemmer), Harrie en Jan. Vader Jan stond als lapjeskoopman op verschillende markten en was verder tevens muzikant (drummer). Arnold trouwde met een buurmeisje (Westerveen). Zijn oma woonde vlakbij aan het Irisplein. Sjakoo was klasgenoot van Arnold op school C en op de mulo (Julianaschool).

dinsdag 23 november 2010

Rooie Dorp, 10: Koefte

In de Rozenstraat woonde in de jaren vijftig en zestig een paar huizen voorbij Jantien van Piet de familie Van Hien. Vader, moeder en twee kinderen: Meine (ging later door het leven als Menno) en Judith. Hun bijnaam was 'de koefte'. Volgens mijn moeder zat de familie nog ergens in de 'parremetoasie'. Vader Roelof was nog een blauwe maandag actief bij Bethel.

woensdag 17 november 2010

Hildo Krop

Voor de fameuze Steenwijker kunstenaar Hildo Krop verwijs ik graag naar: http://www.hildokrop.nl/. Hierbij een afbeelding van zijn bekende oorlogsmonument uit Rams Woerthe.
Graag wijs ik er op dat Krop zoon was van een banketbakker die zijn nering had aan de Markt. Zijn specialiteit 'Steenwijker goudmoppen' werd nog jaren lang op dezelfde locatie in een mooi trommeltje verkocht.


Rooie Dorp, 9

Vooraan in de Rozenstraat, ter hoogte van de Leliestraat, woonde de familie Posthumus. Sjakoo was zo af en toe kameraad met Kees (de Breier). In de tuin van het gezin was een steenhouwerij. Sjakoo heeft nog een keer samen met Kees en zijn grootvader een grafsteen per handkar vervoerd naar de katholieke begraafplaats aan de Meppelerweg. Zo te zien staat de betreffende wonig nu te koop.

dinsdag 16 november 2010

Rooie Dorp, 8: Slaaplied

Stonden buurtkinderen vroeger wel eens onder Sjakoo's raam te zingen 'Sjakoo mag niet speulen, Sjakoo mot naor bedde toe' wanneer hij niet langer buiten mocht blijven; mijn ouders vertelden mij dat men het vroeger wel zo bont maakte door bij een familie (ik weet helaas niet meer welke) voor het raam het volgende schone lied te zingen:
Remmeltien en Jettien dat is me een paar;
Die koken het eten niet hallef gaar;
Dan te laf en dan te zout;
Zo zijn Remmeltien en Jettien getrouwd!

maandag 15 november 2010

Rooie Dorp, 7: Jantie van Piet

Op het hoekje van de Leliestraat en de Rozenstraat woonde de familie Ten Veen. Ik weet niet anders of men sprak van Jantien van Piet als het over de vrouw des huizes ging. Het gezin kende verscheidene kinderen, o.a. Aaldert, Hannes, Goosem, Hans, Froukje(?), Alie(?) Hannes woonde op een gegeven moment in het 'Gaankien' en Aaldert (de Koel) was voerman bij Van Gend en Loos.

vrijdag 12 november 2010

Oplettende burgers

De Koninklijke Bibliotheek te Den Haag is de enige plek in Nederland waar een exemplaar (78 E 71:4) wordt bewaard van het 'Reglement voor de wakende burgers, der stad Steenwyk'. Het betreft een ordonnantie, uitgegeven door de magistraat van de stad op 22 december 1781, uitgegeven bij Obbo Spanjaard te Steenwijk. Het werkje telt acht pagina's en ik ben heel benieuwd naar de (patriots getinte?) inhoud.

donderdag 11 november 2010

Rooie Dorp, 6

De Bloemenbuurt heette bepaald nieet alleen vanwege de rode dakpannen Rooie Dorp. Het gros van de bewoners van de wijk was van socialistische huize. In verkiezingstijd hing bij ons, net als bij vele gezinnen, een uitstekend verkiezingsbord aan het raamkozijn: pvda.
We deden onze dagelijkse boodschappen bij de coop aan het Irisplein (bij deze winkel kon je ook rustig na sluitingstijd of in het weekeinde terecht: achterom). Op zaterdag werden daar de boodschappen van de hele voorgaande week afgerekend (lang heb ik gedacht dat boodschappen gratis waren).
Mijn grootouders waren al fel socialistisch. Toch was oma pragmatisch. Aangezien sommige boodschappen elders goedkoper waren, verzon ze een list. Zo deed ze goedkopere jam in een coop-potje; hetgeen mijn grootvader menigmaal de gezegde ontlokte: 'Femme, wat een lekkere jam heeft de coop toch'.

woensdag 10 november 2010

Dominee Van Leenhof

Frederik van Leenhof (1647-1712) studeerde theologie in Utrecht en Leiden en was predikant in binnen- en buitenland. In het begin van zijn loopbaan was hij buitengewoon gecharmeerd van de opvattingen van Cartesius en Coccejus. De opvattingen van de Nadere Reformatie konden niet allemaal op zijn goedkeuring rekenen. Hij profileeerde zich met zijn pubblikaties tegen de puriteins-pietistische opvattingen. Vooral het aspect van zaligheid in het hiernamaals kon rekenen op zijn afkeuring. In het latere deel van zijn carriere schoof hij op wat zijn ideeen betrof in de richting van Spinosa. Hij riep een storm van protesten over zich af toen hij publiceerde over het bevorderen van blijdschap en het verminderen van droefheid, zowel individueel als politiek. Zie zijn 'Hemel op aarde' uit 1703. Zijn werk verscheen te Amsterdam voornamelijk bij Van Someren en Goeree, in Zwolle bij Hakvoord. In enkele provincies werd Van Leenhofs werk verboden. De Zwolse kerkeraad bleef hem steunen. De Zwolse classis en de Overijsselse synode bleven tegen hem, maar ook het Zwols stadsbestuur stond aan zijn kant. Toen hij in 1708 in Zwolle werd afgezet, werd dat niet door het stadsbestuur erkend. In 1710 nam hij evenwel zelf ontslag.
In 1706 verscheen bij Daniel Oostendorp te Kampen bijgevoegd pamflet. Hierin is sprake van een synodevergadering uit 1704 te Steenwijk waarin het probleem-Van Leenhof aan de orde werd gesteld: http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/djvu/H-2500-15553/view.php?djvuopts&zoom=page&thumbnails=true (geauthorizeerde toegang). Van Van Oostendorp (fl. 1693-1713) zijn in de STCN slechts acht titels bekend.

Leenhof2
Leenhof1

vrijdag 5 november 2010

Rooie Dorp, 5

Van de 43 jaar dat mijn ouders op hetzelfde adres woonden in de Leliestraat, woonde de familie Greveling 39 jaar naast hen. Het protestants-christelijke gezin had vier kinderen: 3 jongens (Reint, Roelof (?), Henk [het enfant terrible van de familie]) en 1 meisje (Jenny). De laatste had een relatie met de nogal klein uitgevallen Herman (‘dwergindiaan’). Vader Wolter (?) (skeefnekkie) hield kippen in de tuin. Sommige daarvan droegen brilletjes.
Een van de zoons is later gesignaleerd als trambestuurder in Amsterdam.
Zie voor de familie Greveling ook: http://familie-grevelink.toeto.com/

Memoriaal

Elias van der Souw

In 1771 verscheen bij Clement in Zwolle (wilde men in Steenwijk er zijn vingers niet aan branden?) het 'Extract uit het memoriaal der stad Steenwyk of Copie der resolutie van de heeren van den magistraat [...] van den 26 mey 1770, genomen over de handelwyse van do. Elias van der Souw'. Het pamflet gaat over het conflict dat deze dominee had met zijn Steenwijker confrater Rotterdam. Het werk is gedigitaliseerd: http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/do_search.php (geauthorizeerde toegang). Van der Souw (1725-1780) was getrouwd met Lydia ten Hoven (1734-1779). Van haar is enig dichtwerk bekend.

Memoriaal

donderdag 4 november 2010

Steenwijker drukkers

Van alle tot nu toe bekende Steenwijker drukkers en uitgevers ('t Zangers, Ketel, Van Dorsten, Walles, Van Wieringen, Budders, Spanjaard en Stuyfzand), zijn van de familie Stuyfzand de meeste uitgaves overgebleven. Hier volgen er nog eens drie, waaronder twee van de Joannes Stuifzand Sluiter. Dit is de zoon van de dichter Willem Sluiter. Hij is ook degene die het meest in aanmerking komt voor het auteurschap van de uitgekipte gezangen: een populaire bloemlezing pietistische poezie. De Steenwijker druk is de oudst bekende.


Sluiter Stuifzand2_1

woensdag 3 november 2010

Overijssels weekblad

In mei 1790 verscheen er een soort proefaflevering van een nieuw te publiceren Overijssels Weekblad tot nut van 't Algemeen. Men kon zich op het werk intekenen. In de stocklist zien we bekende uitgevers als De Chalmot, Clement, Tijl en Brouwer, maar ook de Steenwijker Obbo Spanjaard. Van hem zijn slechts weinig publikaties bekend. Hij is tevens uitgever geweest van de Steenwijker Almanak.

Steenwijk1 Steenwijk2

dinsdag 2 november 2010

Dirk van Baerdt

Dirk van Baerdt (1619-1692) wordt in 1639 grietman van Weststellingwerf. Hij blijft dat tot 1673. Dan neemt het geslacht Van Haren de taken over. Van Baerdt publiceerde in 1662 bij de Steenwijker drukker Hendrik Stuyfzandt een bundel geestelijke poezie: Sondekraem ter bekeerde saligheyt. Een jaar eerder verscheen bij dezelfde drukker een theologisch geschrift: Tapytje der geestelijcke ende wereldtlijcke heerschappije; in 1664 nog 'De aerdtsche hemel-jaght'. Tevens editeert hij in 1663 aantekeningen bij het nieuwe testament. In het rampjaar schijnt hij een knap staaltje moed te hebben betoond door samen met anderen de vestingstad Blokzijl te ontdoen van Muensterse troepen.

maandag 1 november 2010

Ruitersporen

Er zijn verscheidene typisch Steenwijker familienamen. Ik noem slechts Greveling en Lugtmeier. Tot deze catergorie behoort ook De Ruiter. Voor deze familienaam en de geschiedenis van de verschillende geslachten verwijs ik graag naar: http://www.ruitersporen.nl/. De voorvaderen van de huidige De Ruiters zijn eigenlijk altijd sinds het jaar 1600 in de Kop van Overijssel woonachtig gebleven, omgeving Blokzijl-Muggenbeet, of met het veen mee opgeschoven naar de Stellingwerven.

vrijdag 29 oktober 2010

Stuyfzandt

Pieter en Hendrik (vader en zoon?) waren in de achttiende eeuw als uitgever/boekverkopers in Steenwijk actief. Bij hen verscheen in 1733 onderstaande titel van de bekende dominee Sluiter. In het werk zijn loftuitingen te vinden van collega's en van de burgermeester.



    

dinsdag 26 oktober 2010

Panorama

Gezicht op Steenwijk vanaf de Woldberg of Hiddingeberg vanaf het punt van de uitkijktoren. (foto Sjakoo)



vrijdag 22 oktober 2010

Van Wieringen

Van 1655 tot 1656 was Jan Peters van Wieringen als drukker werkzaam aan de Markt te Steenwijk. Van hem zijn slechts vier uitgaven bekend. Twee daarvan zijn elders uitgegeven. Tot deze vier behoren ook de 'Bruiloftstoortsen' geschreven door Johannes van Vollenhove (1631-1708) (ook echt uit deze plaats afkomstig).

Steenwijk Steenwijk_2 Steenwijk_1 Vollenhovejpg

woensdag 20 oktober 2010

Rooie Dorp, 4

Vanaf huis liep ik vroeger naar school (de Wilhelminaschool) via het pad dat liep vanaf de Bloemstraat (naast de boerderij van Mens). Dat pad splitste na een tijdje in een weggetje dat achter de huizen van de Westwijkstraat als achterom diende en een pad dat meer de richting van de kamp op ging (het liep enigszins omhoog). Op het kruispunt van de beide wegen stond de boerderij van Te Wolde (Jannes de Togerd). Het geluid van diens tractor was uit duizenden te herkennen. Rechts van het pad waren volkstuintjes. Boven aan het pad kon je linksaf de Wilhelminastraat in en rechtsaf een weggetje in dat je voerde naar het hondenasiel aan de Watergoot. Op de hoek van dat weggetje stonden nog huizen. Naar het schijnt is de door mij gebruikte weg nog een deel van een oude route tussen Coevorden en Staveren.

dinsdag 19 oktober 2010

Opnieuw Fledderus

De gebeurtenissen in Steenwijk in de periode 1747-1750 hebben ook hun weg gevonden in de vorm van een lied. Het verscheen in 1750 en is als pamflet opgenomen in de verzameling Knuttel en dus via de KB raadpleegbaar in volledige tekst: http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/djvu/H-2500-18270/view.php?djvuopts&zoom=page&thumbnails=true. Auteur is een zekere Klaas van der Zee.


Steenwijk

Nogmaals Fledderus

Nog een in volledige tekst vindbaar pamflet over het oproer in Steenwijk in de periode 1747-1749 is onderstaand. Het verscheen bij Jan Budders. Deze woonde aan het Agter-om: een heden ten dage niet meer in het stratenplan voorkomend adres. Hij noemt zichzelf 'baas drukker'. http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/djvu/H-2500-18269/view.php?djvuopts&zoom=page&thumbnails=true
.
Steenwijk

Fledderus

In de periode 1747-1749 kwam het ook in Steenwijk tot oproer. Men wilde meer democratische rechten. De magistratuur legerde in eerste instantie troepen bij voormannen van de oproerige gemeente. Uiteindelijk kwam het zelfs tot executie van Harmen Coops Fledderus. De volledige tekst van een pamflet hierover is te vinden onder het volgende url: http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/djvu/H-2500-18268/view.php?djvuopts&zoom=page&thumbnails=true. (geauthorizeerde toegang).


Steenwijk2 Steenwijk

vrijdag 15 oktober 2010

Caspar van Dorsten

In Steenwijk waren al in de zestiende eeuw drukkers actief. Best verwonderlijk voor zo'n kleine stad. Een van de oudst bekende drukkers is Caspar van Dorsten. Van hem is een uitgave uit 1584 bekend over veroveringen door de Armada van Philips II. Hieronder een link (geauthorizeerde toegang) naar de volledige tekst. Volgens Valkema Blouw is het werk in Duitsland gedrukt. http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/djvu/H-2500-00714/view.php?djvuopts&zoom=page&thumbnails=true.


Dorsten Impressum

donderdag 14 oktober 2010

Stedenboek De Wit

De Koninklijke Bibliotheek, nationale bibliotheek van Nederland, heeft een bijzondere stedenatlas uit de Gouden Eeuw (1698) verworven. Dit prachtige exemplaar van het stedenboek van Frederick de Wit toont ruim honderd ingekleurde kaarten van Nederlandse steden, zoals Utrecht, Den Haag, Zwolle, Den Briel en Groningen. Ook zijn er ingekleurde afbeeldingen van het Paleis op de Dam en de Burcht in Leiden in de zeventiende eeuw in te vinden. Omdat er maar enkele exemplaren behouden zijn gebleven, is het boek van groot kunst- en cultuurhistorisch belang. Het stedenboek van De Wit is in zijn geheel gedigitaliseerd en is te zien op www.kb.nl/stedenboek.

Stedenboeken, met plattegronden en afbeeldingen van de belangrijkste Noord- en Zuid-Nederlandse steden waren populair in de zestiende en zeventiende eeuw. Frederick de Wit bouwde met zijn stedenboek voort op het werk van beroemde kaartenmakers als Bleau en Janssonius. Hij voegde hieraan nieuwe kaarten en afbeeldingen toe en paste soms bestaande kaarten aan. Het werk dat de KB nu heeft verworven is een eerste editie van het Theatrum ichnographicum omnium urbium van Frederick de Wit. Wereldwijd zijn daar maar vier exemplaren van bekend. Wat het werk uniek maakt, zijn de bijzonder goed ingekleurde kaarten.

Natuurlijk is hier ook een kaart in te vinden van Steenwijk.


woensdag 13 oktober 2010

Rooie Dorp, 3

In de Leliestraat op de hoek van de Rozenstraat woonde in de jaren vijftig en zestig de familie Houwer. De echtgenoot was postbode en een stuk ouder dan zijn van De Blesse afkomstige vrouw. Aan de zijkant van de Rozenstraat waren een blinde muur en een brede stoep. Op de blinde muur was met krijt een doel getekend. Buurtkinderen voetbalden (en ik was Di Stefano, en ik was Puskas) tegen die muur, waarbij geregeld ballen de tuin van de familie Houwer in vlogen. Ze hebben hier bij mijn weten nooit hevig tegen geprotesteerd. Harm en Suze hadden drie kinderen: Cor, Alie, Hans. Ze verhuisden op een gegeven moment naar een van de laatste huizen voor de spoorwegovergang aan de Kallenkoterallee (vlak bij ome Toon).
In het huis aan de Leliestraat kwam opnieuw een familie Houwer wonen (Jan en Ciska).

Even iets totaal anders

Deze observatie verscheen eerder in Kondschap: 7 (1991)





Promotie te Leiden

Nog een Steenwijker die in de achttiende eeuw de verre tocht naar Leiden waagde om daar tot meester in de rechten te promoveren.


Ramhorst_roldanus

dinsdag 12 oktober 2010

Plooierijen

Deze observatie verscheen eerder in: Kondschap: 7 (1991) 3 (sep) 42-44.


Kondschap_002 Kondschap_003 Kondschap_001

Fledderus

De gebeurtenissen in Steenwijk in de periode 1747-1750 hebben ook hun weg gevonden in de vorm van een lied. Het verscheen in 1750 en is als pamflet opgenomen in de verzameling Knuttel en dus via de KB raadpleegbaar in volledige tekst: http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/djvu/H-2500-18270/view.php?djvuopts&zoom=page&thumbnails=true. (geauthorizeerde toegang!) Auteur is een zekere Klaas van der Zee.

Steenwijk

Titel uit het Geuzenliedboek 1574

Een nieu Liedeken van het ontsett van Steenwijck, ende van

S. Jans Camp, +

Men macht singhen op de wijse: Ick ginck een mael
spanseren.
Verheucht u boven maten
Ghy mannen ende vrouw 2:,
Godt sal u 3. niet verlaten
Al die op hem betrouwt 4.,
Als onsen Hemelschen Vaer, 5.
Wy hebben 6. hem aengebeden
Om zijn ghenade mede
Ons 8. te verlossen alle gaer.
Ons ghebedt die wy beden
Dat heeft nu Godt verhoort,
Sulcke cleyne steden
Soo die worden vermoort,
Van die Tyrannen wreet
Als sy 14. te Haerlem deden, 14–16.
Te Zutphen binnen der stede,
Ende oock tot Naerden meed.
Als Leeuwen ende Draken,
Laghen sy voor de stadt,
Om die arme schapen
Die binnen Steenwijck satt,
Te vermoorden cleyn en groot
Die daer binnen waren,
Maer Godt die ginck haer sparen
Die betrouden op Gods woort.
Het ontset was voorhanden
Van die Prins excelent,
Om die Nederlanden
Te maken fraey 28. ende jent +,
Nu is Steenwijck verlost,
Nu moghen wy passeren
Met vreuchden domineren,
Haest op 32. sy spelen 32. most.
Aenhoort doch sonder falen,
Ons volck quam met ghewelt,
Ick sal het u verhalen,
Hoe sy waren ghestelt,
Teghen haer vianden fel,
Dat hebben sy vernomen
Dat die Geusen zijn ghecomen
Met die Enghelsche Cornel 40..
Dat wil ick laten varen,
Mijn hert was noyt so bly,
Om darme luyden die daer waren
Dat sy nu sinnen vry.
Lovet Godt uut herten grondt,
Den Heer wil die Prins bewaren,
Met zijn Soldaten alle garen,
Die Steenwijc trouwelick by stont.
Een Ridder hooch gheboren
Die Heer van Nieuwen oort 50.
Met zijn Soldaten uutghecoren
So was by ghecomen voort,
Al nae S. Johannis Camp,
Die Enghelsche Soldaten,
Ensom die quam 55. heur te baten
En verlostense uut Pharos handt.
Van daer zijn sy ghescheyden
Met een so oevelen moet,
Godt die wil ons gheleyden
Nae Steenwijck metter spoet,
Dat bidden wy u 61., O Heer,
En wilt ons helpen strijden,
Om die arme luyden
Te helpen uut dat lijden seer.
Als sy voor Steenwijck quamen 65
Die van binnen dat vernam,
Haer Vendelijn sy vlieghen saghen,
So lustelick dat hijt swam,
Ghy Borghers alle gaer,
Soldaten ende vrouwen
Laet ons op Godt betrouwen,
Hy can ons helpen uutlijden swaer.
Waeromme so willen wy trueren
Het ontset is voor die handt,
Die Prins van Orangien tallen uren,
Die doet ons onderstant,
Als 77. teghen onsen vyandt,
Om die stadt te ontsetten,
Haer Ruyters doen dat letten 79:
Sy sinnen so wel ghemant.
Was dit niet Gods mirakel? 81
Al door een mans persoon,
Een schans die gingen sy maecken,
Die stadt ontset te doen,
Sy liepen al een wech,
Daer quamen drie hondert peerden
Van die Maelcontenten ghereden,
Nu hoort wat ick 88. u segh.
Een Engels Soldaet van binnen
Hy stont al op de schans,
Hy riep met helder stemme,
En seyde Duytsman coemt aen,
Keel of 93. riep Hans mof,
Met roepen ende beeren 94.,
So ginck hy haer verveeren
Dat sy niet comen dorst.
Al waren sy sterck van peerden
Haest op, was daer die leus,
Steenwijck die cleyne stede
Voorwaer die blijft nu Geus.
O Georgen van Laleyn
Hoe hebbet ghy ons voorghelogen?
Ghy hebt u hooch 103. verboghen 103.
De stadt te crijghen in.
[p. 313]
Hans Mof die most nu draven
En hy most ruymen met schandt,
Wat zijn wy arme slaven
Hier binnen vreemde landt?
Och rijcke Heere Godt
Gheen betalinghe hebben wy ghecreghen
En so langhe hier gheleghen,
Wy moeten ruymen noch.
Wat sy binnen Steenwijck deden
Van blijtschap hoort mijn vermaen:
Die brooden op spietsen mede
Sijn sy die wal langhes ghegaen,
Die Malecontenten te spijt,
So binnen sy gheganghen
Ter thooren uut ghehanghen
Die brooden aen alle zijt.
Hoe hevet huer dat ghespeeten
En die Heer al van Laleyn,
Langhe neusen sonder eeten
Creghen sy alle ghemeyn,
Och waerlich liever Hans
Wat wiltmer langher macchen?
Wy crijghen magher kacchen 127.,
Sy hebben kost und dranck.
In Februario lestleden
Den dryeentwintichsten dach
Doe wert Steenwijck de stede
Verlost alsomen wel sach,
Hans Mof trock op die loop
Uut haer schanssen met hoopen
Haer Ruyters daer of stoten
Haest op was goede coop.
O Groeninghen ghy meucht welbeven
En laten u vrienden in,
Ghy en wilt haer niet begheven
Ghy zijt tot haer ghesint:
Hebt ghy nu wel ghedaen
Ghy meende het waer nu al ghewonnen
Tvlas is gherockent niet ghesponnen 143:
Die Geus wil u comen aen.


S.Jans Camp is natuurlijk het huidige Sint Jansklooster! Bij Vollenhove was overigens ooit ook nog een vrouwenklooster: Clarenberg. De beschreven gebeurtenissen nabij Steenwijk vonden overigens rond 1580 plaats!

Clarenberg