Sjakoo's oom Wolter de Ruiter was in de periode voor WOII bevriend met onder anderen Chris Bakker, Peter van Hien en Ysbrand van den Berg. Sjakoo blijkt nog in het bezit van een jeugdportret van de laatste.

Een fraai gezicht op Steenwijk gemaakt in 1727 door Cornelis Pronk. Eigenaardig is het te zien dat de Sint Clemenstoren een spits heeft, aangezien die in 1558 eraf is gewaaid. Ook lijkt de toren los te staan van de kerk, wat een situatie is van voor 1500. Had Pronk een oudere voorbeeldafbeelding? Is de andere kerk de Heilige Geest kerk?

Belijdenis 1662

Jacob Joosten en Geertjen Kornelis deden op 1 oktober 1662 belijdenis te Wanneperveen.

Doop Geertje Kornelis

Geertje Kornelis was een dochter van Kees Martens en Hendrickien Arent. Deze woonden 'op Swol', onder Vollenhove. In die laatste plaats werd ze gedoopt op 6 april 1640.

Sjakoo's tante Lena de Ruiter bleek een foto in haar bezit te hebben van Wallie en Tinie Reitsma. Sjakoo heeft geen idee wie dat zijn.

Jacob Joosten en Geertjen Kornelis trouwden op 28 april 1661 te Vollenhove. Jacob was een zoon van Joost Cornelissen en werd geboren te Sandbelt. Geertjen was een dochter van Kornelis Martens uit Barsbeek.

Nog een foto van Sjakoo's moeder, Geertje de Ruiter, genomen in het 'tweede land'. Wie het meisje links is, is Sjakoo onbekend.

Joost Jacobs

Geertje Joosten Kluitenberg was getrouwd met Jan Claessen Huijsman. Ze was een dochter van Joost Jacobs en Aeltien Dirks Boldewijn. Deze Joost werd op 20 maart 1664 te Zwartsluis gedoopt. Zijn ouders, Jacob Joosten en Geertjen Kornelis, zullen gewoond hebben in het gebied waar nu de grote meren zijn.

Sjakoo's tante Bertha de Ruiter met haar dochter Femmie (met pop) en een onbekend meisje.

Dialect

leg daele - leg neer
koekeroebesie - onderdeurtje
dat zal mi'j wat notsen - dat kan me niks schelen
hi'j draeit de konte de veur weg - hij probeert iets niet te hoeven
krap an - zowat
drumpel -drempel
ommetrekken - omkleden
ofrikken - omheinen, afpalen
in de benen goan - opstaan
wisse - zeker
moat - aanspreekvorm (vandaar: Steenwieker moaties)
sloeg - duf
staemeren - stotteren
misten - missen
gloepend heet - erg heet
rim - plankje
eek - azijn
een bulte - veel
knarskoezen - knarsetanden
'aantie bi'j - vals spelen met knikkeren

Huwelijk Jan Klaassen

Klaas Jansen was een zoon van Jan Klaassen Vollenhoo en Hiltjen Hijlken. De laatste twee trouwden te Kuinre op 17 februari 1695.

Huwelijk Klaas Jansen

Klaas Jansen trouwt op 2 februari 1727 te Kuinre met de uit Blankenham afkomstige Lummichjen Pellen.

Blokzijl

Sjakoo's voorouders komen ook uit Blokzijl; ongeveer in de tijd van bijgaande prachtige prent.

Klaas Jansen

Al geruime tijd geleden is hier Hilligje (Hiltje) Claessen (Vollenhove) als voorouder vermeld. Hilligje was getrouwd met Joost Jans Huijsman en een dochter van Klaas Jansen. Deze Klaas werd te Kuinre gedoopt op 3 mei 1696.

P.P. Roorda van Eijsinga

Philippus Pieter Roorda van Eysinga werd in 1796 te Kuinre geboren als zoon van een plaatselijke dominee. Philippus Pieter werd militair en vocht in 1815 te Waterloo tegen Napoleon. Zijn ouders vertrokken in die tijd naar de Oost. Vader Van Eysinga overleed aan boord en werd te Sint Helena (!) begraven. P.P. trok in 1819 ook naar Indie. Hij verliet de militaire dienst en bestudeerde oosterse talen. Hij werd uiteindelijk hoogleraar taal-, land- en volkendkunde en de samensteller van een Maleis woordenboek. Hij was tevens tolk, ambtenaar en niet te vergeten dichter. In 1834 was hij weer terug in het vaderland om onder meer zijn geboortestad nog eens te bezoeken. Op 27 juli schreef hij over Kuinre onderstaand gedicht:

Ik zag in ‘t eind het dorpje weer
Waarin ik werd geboren
Een dorpje zonderglans of roem,
Een dorpje zonder toren.

De stilte heerschte alom op straat
Ik kon mijn voetstap horen,
En zuchtend dankte ik den grond,
Waarop ik werd geboren.

Daar stond mijn wieg voor het ouwelijk bed
Door echtbreuk nooit ontheiligd
Daar werd ik door de moeder min,
Bered, bewaakt, beveiligd.

Daar bad mijn vader voor mijn heil,
Tot aller schepselen Vader
Daar strekte hij mijn prille jeugd,
Ten leidsman, vriend en Vader.

Hier in des Heeren heiligdom
Moogt ik den doop ontvangen
Hier mengde zich in ‘t heilig vocht
Een traan van moeders wangen.

Hier sprak mijn vader vol van vreugde
Tot opbouw der gemeente,
En nu rust op Helena’s rots
Zijn hoog vereerd gebeente.

Daar zat mijn moeder zacht en vroom,
En dankte voor mijn leven,
Mijn God, is ‘t alles mij een droom,
Zij moest op Java sneven.

Mijn hart werd vol, mijn boezem zwol,
Een traan welde in mijn ogen,
En ‘k werd, bij ‘t wellen van die traan,
Tot in de ziel bewogen.

Ik stond er roerloos op de zerk,
En dacht in ‘t graf te zinken,
Mijn zucht weergalmde door de kerk
Maar ‘k zag een lichtstraal blinken.

Een straal der zon die ‘t wolkenlicht
Van voor haar aanschijn vaagde
‘k Werd kalmer, daar in ‘t bang gemoed,
Me een hooger toekomst daagde.

‘k Ging dankbaar uit des Heeren huis,
En zag de dorpelingen
Van alle kanten toegesneld,
Zich om mij henen dringen.

Is dat des braven leraars zoon
Riep oud en jong te gader
En de oudjes riepen, ja hij draagt
De trekken van zijn vader.

Uw Vader heeft mij in de echt vereend,
Sprak een met grijze haren,
Een ander, ‘k werd door hem gedoopt,
Waar zijn die veertig jaren.

Een derde, ‘k mogt het woord van God
Van zijne lippen horen,
En ‘k juichte toen ‘k in ‘t dorpje was
Waarin ik werd geboren.

Een vrouw door ouderdom gebukt
Vroeg met gevouwen handen,
Leeft uwe brave moeder nog?
En ‘t snee me in de ingewanden.

Een ieder roemde ‘t ouderen paar,
En ‘t schonk me reine vreugde,
Te voren nooit door mij gesmaakt,
Wat me ooit op aard verheugde.

De dank of vloek van ‘t nageslacht,
Rust op der ouder daden.
De dank mijn ouderen toegebracht,
Deed mij in vreugde baden.

Elk hoorde mij zo gretig aan
En deed mij duizend vragen,
Ik moest tot in het holst des nachts
Van Oost en West gewagen.

Met weemoed scheide ik van het oord,
Waar gulheid mij omzweefde,
En nog der Vadren echte deugd,
In brave harten leefde.

Vaarwel, vaarwel, riep heel het dorp,
Waarin ik werd geboren.
En ik zag op zee nog eenmaal
om Naar ‘t dorpje zonder toren.

Roorda van Eysinga was een tijdgenoot van Sjakoo's voorouder Gerritje Jans Leeuwerink (Lievering). P.P. overleed in 1856 te Utrecht.

Dressed to kill

Sjakoo's tante Lena de Ruiter in wat vermoedelijk de jaren dertig zijn. Is dit op de Stadhouderskade te Amsterdam?

Dit moet wel haast een De Ruiter uit de Enschedese tak zijn. Om wie gaat het?

Sjakoo vond nog een foto van (zo te zien) zaal Lumiere.

Bruiloft

Op deze foto gaat het niet om de mensen op de voorgrond, maar om Sjakoo's vader, Gerard Peeters, rechts op de achtergrond naast zijn nog net zichtbare dochter Tine. De foto is genomen op haar bruiloft. Links is de bruidegom Jan Heveling zichtbaar. Gisteren was het 78 jaar geleden dat Tine en haar tweelingzus Truus, Sjakoo's halfzusters, werden geboren.

Lena Greven

Nog een (zeer vage) foto van Lena Greven.

Oma Femmigje

Deze foto van Sjakoo's oma Femmigje de Ruiter-Smit is, gezien de vingerafdruk op de achterkant, vermoedelijk afkomstig van een persoonsbewijs uit WOII. Ze is hier dus rond de 70 jaar. Jammer dat het persoonsbewijs niet bewaard is gebleven.

HBS

De school waarvoor een deel van de stadswal is geslecht en waar Sjakoo enige jaren leerling was. Zit er nog steeds een bejaardentehuis in?

Steenwijker almanak

Volgens bijgaand plaatje moet de Steenwijker Almanak al in de zeventiende eeuw (rond 1665) voor het eerst zijn verschenen. Een telg uit de drukkersfamilie Spanjaard was bij Sjakoo's weten toen nog niet actief. Was deze uitgave ook een project van Hendrik Stuyfzandt? De STCN biedt geen uitkomst in deze.

Dialectwoorden

proezen - prakken
koppeltie duken/ koppelebuisie - koprol maken
slikken - snoepen
toefte - pluk
uut de tied raeken - overlijden
doeste - smerige laag
paddepisser - puistje op het oog
pissende Grete - sint Margriet
klevekwaste - klitwortel
broezen - schuimen
vonder - bruggetje
lieke old - even oud
vuufkop - ongeveer 5 kilo
maande - mud
sam - mals

                                                              klitwortel

Tekstwetenschap

Een van de bijvakken die Sjakoo voor zijn doctoraalexamen volgde was algemene literatuurwetenschap. Een onderdeel daarvan was het bijwonen van colleges tekstwetenschap van (de niet onomstreden) Teun van Dijk.

Dialect

Frotten – rommelen

jokte - jeuk

tjoeken - knikkeren

dat heert mij in de keel - is scherp in de keel

toeken/tokken - kloppen (b.v. bij een ontsteking)

pikken - kleven, plakken

driemettiesspek - doorregen spek (drie lagen)

sulen - glijden

schurken - krabben bij jeuk

smiesterd - onbetrouwbaar persoon

smoege - epidemie

tonte - slordige vrouw

tonten - lorren

nije weke - volgende week

voegelties in de vingers -tintelende vingers (bij kou)

kniepnaegels - tintelende vingers (bij kou)

zakkebaand - koek